Wat is de betekenis van Kol, touw?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kol, touw

m. (-len), 1. vistuig om kabeljauw te vangen : een lijn van ca. 100 m lang met een hoek aan het eind en een stuk lood daarboven; 2. beste hennep waaruit de onder 1. genoemde lijn vervaardigd wordt.