kauwt fijn
kauwt fijn - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnkauwen ♢ Jij kauwt fijn 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnkauwen ♢ Hij kauwt fijn 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van fijnkauwen ♢ ...