Hy gunt hem ’t licht in de oogen niet
Dit drukt uit een grooten nyd en afgunst, ’t zy dat het ziet op ’t licht der zon, dat de goedertieren Schepper aan alle verleent, Matth. 5: 45; of op het ooglicht, zo dat men ymand het gezicht benyd. Bekent is de Fabel van den nydigen, wien van Jupiter wierd aangeboden te eischen wat hy wilde; met belofte dat hy dat soude verkrygen; maa...