Wat is de betekenis van het bobijntje is af?

2024-04-30
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

het bobijntje is af

(1906) (Vlaanderen, inf.) hij is dood; (sp.) gezegd wanneer een renner niet meer kan volgen of leeggereden is; ook wanneer het gedaan is met de ontsnapping; van een voetballer: totaal uitgeblust, aan het eind van zijn krachten. Ook wel: aan het eind van zijn bobijn zijn. • Spr. Het bobijntjen is afgeloopen, zijn leven is ten einde. (Jozef Corn...