Wat is de betekenis van Hazenslaap?

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Hazenslaap

s., hazzesliepke (it).

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hazenslaap

m., HAZENSLAAPJE, o. (-s), (fig.) onvaste, lichte slaap: een hazenslaapje doen, sluimeren, de ogen een korte poos sluiten ; (soms ook) geveinsde slaap.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hazenslaap

m., lichte (geveinsde) slaap.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hazenslaap

HAZENSLAAP, m., ...SLAAPJE, o. (-s), (fig.) onvaste, lichte slaap een hazenslaapje doen, sluimeren, de oogen eene korte poos sluiten; (soms ook) geveinsde slaap.