Gij zult van den koek eene kermis hebben.
[Men spreekt van eene kermis te hebben, en bedoelt er het geschenk mede, dat men op dien tijd ontvangt; hier wil men er dat niet mede aanduiden, daar geschenk en tijd in omgekeerde orde genomen zijn. Men zegt dit, wanneer men niet van plan is, iets te geven en scheept er de kinderen of hen mede af, die hun verlangen naar eene zaak herhaaldelijk te...