Geer
Zie Gerard
Wiktionary (2019)
geer - Zelfstandignaamwoord 1. (heraldiek) ieder van de gelijke driehoekige vakken die door gelijktijdig gebruik van een aantal hoofdlijnen ontstaan ♢ Een wapen zoals dat van Almere met acht geren wordt "gegeerd van acht stukken" genoemd. 2. spits toelopende strook stof of papier. Bv. Mercat...
Liek Mulder (1994)
Geer, jonkheer Dirk Jan de, Nederlands staatsman, *14.12.1870 Groningen, +28.11.1960 Soest. De Geer was advocaat. Als lid van de chu was hij jarenlang lid van de Tweede Kamer (1907-1921 en 1933-1939). Diverse keren was hij minister: Financiën (1921-1923 en 1929-1933) en Binnenlandse Zaken (1925-1926). Van 1926-1929 was hij minister-president en min...
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
Schuin toelopend stuk land; ook woord voor de schuinuitlopende ploegsporen, die de ploeger moet produceren om een ‘gerend’ stuk land af te maken. Als toponiem komt Geerhoek veelvuldig voor. Verder is Geerhoek de naam van een boerderij onder Eversdijk (Zuid-Beveland).
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Barthold Reinier baron de, theoloog (Utrecht 22.5.1791-Jutphaas 1.5.1840). Predikant te Tienden (1817), Vreeland (1822), hoogl. te Franeker (1824-37). Zijn lessen waren vol ernst en luim. Zie: Boeles 1, 2de dl., 773-778.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: