Geelbek Frijter Geelbek-frijter
Oude namen voor de Frater ← in NV IV 1809 resp. Albarda 1897. Het eerste deel duidt op de gele bek (=snavel) die deze soort heeft als hij de Lage Landen in het winterhalfjaar bezoekt (in de broedtijd is de snavel bruingrijs). Voor het tweede deel van de naam zie Frijtertje.ETYMOLOGIE N geel <mnl geel (gelu =verbogen vorm; bijv. in de vlaams...