flut
flut - Zelfstandignaamwoord 1. slappe thee flut - Bijvoeglijk naamwoord 1. waardeloos, beneden de maat ♢ Die hele vertoning was toch gewoon flut?
Wiktionary (2019)
flut - Zelfstandignaamwoord 1. slappe thee flut - Bijvoeglijk naamwoord 1. waardeloos, beneden de maat ♢ Die hele vertoning was toch gewoon flut?
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
vloed; watermassa; eine Flut von Licht, een zee van licht; die Fluten, de baren, golven, wateren.
Instituut voor de Nederlandse taal
flut zn. 'iets prulligs'; voorv. 'prul-' categorie: klankwoord, etymologie onduidelijk Nnl. flut 'minderwaardig persoon' in ijdle flutten [1859; WNT], flut 'iets prulligs' [1919; WNT]. Als eerste lid 'waardeloos' in flutpapier [1859; WNT], flutblaadje 'oppervlakkig, waardeloos blaadje' [1931; WNT A...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: