Debauché
[Fr. débauché] 1. iemand die een losbandig leven leidt, losbol. 2. debauche, losbandigheid, uitspatting, zedeloosheid.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. débauché] 1. iemand die een losbandig leven leidt, losbol. 2. debauche, losbandigheid, uitspatting, zedeloosheid.
J. Kramer (1908)
fr., buitensporigheid, losbandigheid, uitspatting, ongebondenheid, ontucht; débauché: losbol, doprbrenger, wellusteling; debaucheeren: een losbandig, ongebonden leven leiden ; ook : verleiden, iemand van zijn plicht afbrengen, afkeerig maken (b.v. een soldaat overhalen om te deserteeren) ; er gedebaucheerd uitzien: er verloopen, als e...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: