Wat is de betekenis van Buddy?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] maatje, makker - Mijn hond Brammetje was mijn maatje en zijn overlijden heeft me meer aangegrepen dan ik dacht.

(1960+) (Eng.) (inf.) vriend, makker. Meestal als aanspreekvorm. Sinds de jaren tachtig van vorige eeuw kreeg het ook de betekenis van: vrijwilliger die een lijder aan een ongeneeslijke ziekte, zoals aids, helpt. Dit gebeurt zowel emotioneel als praktisch met het opknappen van allerlei klusjes. • Met `zulle we' had ik ze een sp...

Zie Bud

buddy - Zelfstandignaamwoord 1. een maatje, vriendje 2. een vrijwilliger die een hulpbehoevende eenzame of zieke medemens steunt. ♢ Stan is al jaren buddy van Pieter. 3. afkorting van buddyseat Woordherkomst Engels leenwoord Synoniemen [3] buddyseat Verwante begrippen...

Buddy -(Eng.) maatje.

Vrijwilliger die een lijder aan een ongeneeslijke ziekte, zoals aids, helpt. Dit gebeurt zowel emotioneel als praktisch met het opknappen van allerlei klusjes. Zijn of haar taak kan zelfs een vorm van stervensbegeleiding inhouden. Deze verhullende term (letterlijk betekent het: vriend, maatje) werd rond 1982 bedacht in New York. Het was een nieuwe...

Buddy - (Eng.), informeel voor ‘vriend, makker’. Met ‘zulle we’ had ik ze een speelgoedje geschonken dat ze konden doorgeven aan hun kennisjes, girlfriends en buddies. Johnny van Doorn: Gevecht tegen het zuur, 1984. ... vestigen Bart Peters en buddies een uniek record. Humo, 27-09-84 Martin Kesseler die, samen met zijn buddy Ted de Braak, te gast...

[Am. = makker, maat, verklw. van bud, kinderlijke uitspraak van brother= broer] vrijwilliger (m/v) die een aidspatiënt die niet lang meer te leven heeft intensief begeleidt.

vrijwilliger die een aidspatiënt steunt en begeleidt