† Brillant, Briljant
† Brillant, Briljant, bn. (-er, -st), schitterend; heerlijk. *-, m. (-en), aan alle kanten met facetten geslepen diamant; een horologie met -en, omzet. *-EREN, bw. gel. (ik brillanteerde, heb ge-brillanteerd), tot of als brillant slijpen in tegenstelling van roos (of rozette), waarvan slechts ééne zijde met facetten geslepen is...