Autocefaal
[v. Gr. autos = zelf, en kefalè = hoofd, leiding] zn benaming voor bep. Oosterse kerken die niet onder het gezag staan van één der patriarchen.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. autos = zelf, en kefalè = hoofd, leiding] zn benaming voor bep. Oosterse kerken die niet onder het gezag staan van één der patriarchen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Gr. autos, eigen, kefale, hoofd], bn., zelfstandig; gezegd van zekere oosterse kerken die niet onder de patriarchen van Konstantinopel, Alexandrië of Antiochië vallen. Tot de autocefale kerken rekent men in de orthodoxie die kerken die door de andere orthodoxe kerken als onafhankelijk worden erkend wat betreft bestuur en administratie. E...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: