Wat is de betekenis van animositeit?

2024-04-19
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

ANIMOSITEIT

UIT: Claus prins? Dan ik ook, zei Pieter van Vollenhoven (Jan Hoedeman en Remco Meijer, de Volkskrant, 31 mei 2012) CONTEXT: Er was ANIMOSITEIT tussen 'Apeldoorn', waar Margriet en Pieter zich vestigden, en 'Den Haag', waar prinses Beatrix en prins Claus resideerden. Over vragen als wie er het eerst mocht trouwen, in welke plaa...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

animositeit

animositeit - Zelfstandignaamwoord 1. vijandigheid De rechter in Hawaï, Derrick Watson, liet in zijn vonnis merken dat hij het nieuwe inreisverbod ziet als een discriminerende maatregel tegen moslims. Watson haalde tal van uitspraken aan van Trump en zijn getrouwen, die „onweerlegbaar” bewijzen dat de bedoe...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Animositeit

[Lat. animositas = hevigheid, drift, van animus = o.a. aandrift] actieve vijandigheid, verbitterde haat, gespannen verhouding.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Animositeit

vijandigheid

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

animositeit

vyandigheid, wrok.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Animositeit

vijandige gezindheid; verbittering

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Animositeit

(<Fr.), v., vijandigheid; geprikkelde stemming tegenover iemand anders.

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

animositeit

v. vijandige gezindheid.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

animositeit

v. (Fr. vijandigheid; prikkelbare stemming), (s = z).