overdreven grote winst.
overdreven, buitensporig hoge winst; op ongeoorloofde wijze verkregen, grote winst.
Voorbeelden:
Zes dagen na de vestiging van de Tweede Republiek onder Napoleon III op 1 november 1852 bleek uit de plannen voor de Boulevard de Strassbourg dat de stedelijke vernieuwing een nieuwe schaal had gekregen. Mocht de Rue Rambuteau niet breder worden dan dertien meter, de Boulevard de Strassbourg kreeg een breedte van dertig meter. Bovendien werd voor de doorbraak meer land onteigend dan nodig was met als gevolg handel en speculatie in overtollige grond en woekerwinsten.
NRC, 1995
"De drie genoemde Westerse handelsfirma's brengen hun voorraden mondjesmaat op de markt, in kleine partijen en hebben zo de witte-maïsprijzen de laatste maanden tot grote hoogte kunnen opjagen. Ongehinderd door de vroegere grain boards van de Afrikaanse overheden. Ook nu nog blijven zij op hun meeste voorraden zitten in afwachting van nòg hogere prijzen en verdere woekerwinsten."
NRC, 1995
De kanker van de woeker treft alle gebieden van Italië zonder onderscheid. De woekeraars vragen minstens vier procent rente per maand, maar voor kleinere leningen gaat dat snel tot 12,5 procent - ook per maand. Wie niet tijdig kan terugbetalen geraakt in een helse kringloop waar men nagenoeg niet meer uitgeraakt. De woekerwinsten ontsnappen niet aan de aandacht van de georganizeerde misdaad, de maffia.
De Standaard, 1996
Woekerwinsten. Allerlei louche figuren beloven woekerintresten van tien tot vijftien procent. Dit soort oplichters maakte vorig jaar - voor zover bekend - een half miljard frank (12,5 miljoen euro) buit.
De Standaard, 2002
