door de overheid bij wet vastgestelde eigenschap dat met munten en bankbiljetten van een bepaalde munteenheid betaald kan worden; bij wet vastgestelde geldwaarde van een munteenheid.
Voorbeelden:
Op 1 maart 2002 heeft de Belgische frank geen wettelijke betaalkracht meer en kunt u dus niet langer betalen in Belgische frank.
http://euro.fgov.be/frames/nla_index.htm, 2000
Het einde van de periode van dubbele geldomloop zal samenvallen met de afschaffing van de wettelijke betaalkracht van de Belgische frank op donderdag 28 februari 2002 om middernacht.
http://www.nbb.be/EU/N/pdfnl/scenaden.pdf, 2000
De gulden, peseta, Franse frank en andere munten uit de 12 eurolanden verliezen vanaf 2002 hun wettelijke betaalkracht vermits ze opgaan in de euro.
De Financieel-Economische Tijd, 2001
