Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

salaris

betekenis & definitie

uitbetaald geldbedrag voor geleverde arbeid.

geldbedrag dat een werknemer periodiek ontvangt van een werkgever als beloning voor de in een bepaalde periode verichte arbeid; periodiek uitbetaald geldbedrag voor geleverde arbeid; loon.
Bij zzp'ers ook: geldbedrag dat de zzp'er zichzelf periodiek toekent voor de geleverde arbeid in een bepaalde periode.

Voorbeelden:
Zelden zien jongeren nog een levensvervulling in het voeren van een bordje pap aan demente bejaarden voor een salaris waarvan ze nauwelijks de fietsenstalling kunnen betalen.
http://www.toutesdirections.nl/ndprs/ndprsseptember2000.html, 2000

Het verschil tussen subsidie en salaris is dat de relatie van de man tot zijn loon een andere is dan die van de man tot de subsidiegever.
Heere Heeresma, Heeresma helemaal, 1978

Het preventieve toezicht houdt voor Zeeland en Drenthe in dat de provinciebesturen op korte termijn bij de staatssecretaris voorstellen moeten indienen over de manier waarop zij denken de tekorten te kunnen wegwerken. De provincies moeten nu van het ministerie een machtiging krijgen om de lopende uitgaven, zoals salarissen, te kunnen doen.
NRC, 1995

Zolang de gezondheid goed is, het salaris iedere maand toelaat allerlei luxe aan te schaffen en een goede auto te rijden nemen werknemers de stress op het werk op de koop toe.
http://eurodusnie.nl/2003/07/311.shtml, 2001