mensaap uit Indonesië.
mensaap met een roodbruine vacht die voorkomt op Borneo en Sumatra, waar hij vooral in de bomen van het oerwoud leeft.
Voorbeelden:
Het centrum is er een van vier op Borneo, waar orang-oetangs die uit handen van stropers, handelaren of particulieren zijn gered, worden voorbereid op terugkeer naar het oerwoud.
De Standaard, 1997
Ergens zat een vrachtwagen vast, en de mensheid, die nog niet zo lang geleden met een elegante sprong naar de maan was gevlogen, uitte zijn ongenoegen met de woedekreten van een orang-oetan die geen banaan kan vinden.
Cees Nooteboom, Rituelen, 1980
Een mens heeft geen staart [...]. Zijn staart is hij al miljoenen jaren geleden kwijtgeraakt, op het moment dat de apen mensaap werden; een chimpansee of orang-oetan heeft er ook geen meer.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000