Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

opzeggingstermijn

betekenis & definitie

termijn van opzegging.

vooraf en vaak wettelijk vastgelegde periode die men in acht moet nemen vooraleer men een verbintenis of overeenkomst mag beëindigen; wachttermijn die geldt bij opzegging van iets; termijn van opzegging.

Voorbeelden:
In een tweede fase krijgen de gemeenten het recht om voor 50 procent van hun stroombehoeften in zee te gaan met leveranciers die de beste voorwaarden biedt. De derde stap houdt een volledige vrijheid van handelen voor de gemeenten in. Voorwaarde is wel dat de gemeenten rekening houden met een opzeggingstermijn van vijf jaar.
De Standaard, 1996

De wet van 13 april 1995 voorziet dat handelsagentuurovereenkomsten die voor onbepaalde tijd zijn afgesloten, evenals overeenkomsten voor bepaalde tijd met de mogelijkheid om vroegtijdig op te zeggen door elke partij kunnen beëindigd worden met inachtneming van een opzeggingstermijn. De wet bepaalt op dwingende wijze de na te leven opzeggingstermijn. Deze bedraagt 1 maand gedurende het eerste jaar van de overeenkomst. Na het eerste jaar wordt hij vermeerderd met 1 maand voor elk begonnen jaar, tot een maximum van 6 maand.
http://www.droit.fundp.ac.be/etudiants/2001-2002/couteau/commercial.html, 2000

Duurt het contract minder dan een maand, dan moet de werkgever een opzeggingstermijn van 3 dagen in acht nemen en de jobstudent een van 1 dag.
De Standaard, 1996

De opzeggingstermijn en -vergoeding hangen af van: het soort huurcontract en de datum ervan; de reden van de opzegging; wie (de huurder of verhuurder) de huur opzegt.
http://www.notaris.be/