helemaal niemand.
helemaal niemand; geen kinderen en/of andere naaste familieleden.
Het woord kraai in deze verbinding komt waarschijnlijk van het middelnederlandse woord craet, dat hanengekraai en later metonymisch ook haan betekent (zie ook het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) en het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN)).
Voorbeelden:
'Zo zo,' zeg ik. 'Hoe oud is hij geworden?' 'Negenentachtig,' zegt de man. 'Hij had kind noch kraai.' 'Hij had u toch,' zeg ik. 'Edward was erg doof de laatste jaren,' zegt de vrouw en haalt een lippenstift uit haar jaszak.
J. Bernlef, Buiten is het maandag, 2003