Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

jaguar

betekenis & definitie

katachtig roofdier.

groot katachtig roofdier uit Midden- en Zuid-Amerika, met een lichtgele tot roodbruine vacht met zwarte rozetvormige vlekken waarin kleinere zwarte vlekken zitten.

Voorbeelden:
Hoe komt het dat sommige dieren een gevlekt lichaam hebben terwijl hun staart strepen heeft (jachtluipaard, jaguar, luipaard), maar niet andersom, nl. dieren met een gestreept lichaam en een staart met vlekken?
http://www.kulak.ac.be/vwo/nl/vwowwwnl.html

In een 1,8 miljoen hectare groot natuurgebied willen ze de jaguar in zijn natuurlijke omgeving bestuderen.
NRC, 2001

Dichtbij Flores, verscholen in de jungle, ligt Tikal, de belangrijkste Maya-vindplaats.Tijdens de overnachting daar meent Valerie het gebrul van een jaguar te hebben gehoord.
De Standaard, 1997

< >