dovenetel met een zilverkleurige streep langs de hoofdnerf van het blad en bloemen met een gevlekte onderlip.
Voorbeelden:
Het enige wat ik doe tegen gras of ander ongewenst gewas is het aanplanten van bomen [...]: het gras wordt dunner, varens laten zich niet meer verstikken, gele en gevlekte dovenetel, anemoontjes, bosaardbei en een menigte andere schaduwminnende planten beginnen zich uit te breiden.
Dick Hillenius, Het principe van nieuwsgierigheid, 1978