helemaal niemand.
Voorbeelden:
Hij zweeg en keek door 't raampje aan zijn kant naar buiten, waar geen hond viel te bekennen.
Christophe Vekeman, De onderneming; Funs, of de mooiste dag van mijn leven; Nooit meer klagen, 2000-2002
Verdomme, Michel, als we iets zouden stelen, zouden het goud en diamanten zijn, bankpasjes, creditcards, wees maar gerust, geen hond is geïnteresseerd in die verdwenen gok van jou.
Manon Uphoff, Alle verhalen, 2003
De hele mensheid is godverdomme naar de kloten. Het enige wat ze kunnen is je een grote bek geven, bedelen of je handtasje wegrukken. Om wat te doen? Spuiten, snuiven, zuipen. Geen hond die zijn grenzen nog kent, of wel dan?
Hanneke Paauwe, Erbarme dich; Grote schoonmaak in 30 seconden, 2001
In de tweede plaats zullen ze elk onderzoek waarvan de uitkomst niet bij voorbaat vaststaat gaan vermijden, en dat geldt ook nog eens voor elk tijdrovend onderzoek, dat geen hond op de universiteiten meer durft te doen!
J.J. Voskuil, Het Bureau. Dl. 6: Afgang, 2000