Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

december

betekenis & definitie

laatste maand.

twaalfde en laatste maand van het jaar.

Voorbeelden:
Afgelopen december werd binnen de Vlaamse regering een compromis bereikt, waarbij werd afgesproken om het mestbeleid in 1998 te evalueren.
NRC, 1995

Het is de derde maal sinds begin december dat Frankrijk de rente verlaagt.
De Standaard, 1996

Alle colleges worden gedoceerd tijdens de periode van eind september tot eind december.
http://www.tew.ua.ac.be/index.php?profiel=vao, 2003

Om uw kerstinkopen te doen zijn er dit jaar extra koopavonden: op dinsdag 21, woensdag 22 en donderdag 23 december zijn de winkels 's avonds tot negen uur geopend. Op vrijdag 24 december tot vijf uur. De week erop is de koopavond verplaatst naar donderdag 30 december. Vrijdag 31 december zijn de winkels tot vijf uur geopend.
Meppeler Courant, 1993

'Mijn bezwaar tegen deze voorstelling van zaken is dat daaruit niet blijkt dat ik tussen 1 december 1959 en 1 januari 1965 enige tijd ben weggeweest, omdat ik een en ander niet kon combineren met mijn studie.' Maarten knikte. 'Dan maak ik ervan,' hij trok de tekst naar zich toe: 'De heer Asjes was sinds 1 december 1959 eerst als student-assistent en na een onderbreking sinds 1 januari 1965 als wetenschappelijk ambtenaar, enzovoort.'
J.J. Voskuil, Het bureau. Dl. 6: Afgang, 2000

En misschien dat de feestdagen en vooral de kerstdagen dan minder gehaat worden. Want het was ontstellend hoeveel mensen daar uiting aan gaven: "Kon ik die maand maar overslaan." "Wat zijn wij altijd blij als het weer 2 januari is!" "Van de feestdagen in december verlos ons heer!" "Diep in mijn hart vind ik de maand december het ergste van het hele jaar."
Harriet Freezer, Wat doen we met moeder met de feestdagen, 1979