glas tegen welks steel, symmetrisch en recht tegenover elkaar, zgn. vleugels zijn gesmolten. Deze vleugels bestaan uit een dikker geknepen blauwe draad, van boven voluutvormig en naar onderen zigzag uitlopend.
Op deze blauwe draad is een kleurloze draad met hanekam gelegd. In Venetië vanaf ca. 1550 vervaardigd; later barokker en in de Nederlanden (coppen met serpenten) en Duitsland (Flügelgläser) sedert eind 16de eeuw in grovere vorm nagevolgd tot in de 18de eeuw.