werden op smalle weefgetouwen vervaardigd op de manier van fluweel, maar met grove wol. In de middeleeuwen was Doornik het centrum van deze industrie.
Van de 16de tot de 18de eeuw waren er vele centra: Abbeville, Antwerpen, Amsterdam, Leiden en Utrecht. In Engeland (waar de kleden ‘Brussels carpets’ worden genoemd): Bradford, Kidderminster, Norwich en Wilton.