(1) het keren van water, het buiten een gebied houden van ongewenst water.
(2) de lichamen, die het water keren, hetzij door de mens opgeworpen (kaden en dijken), hetzij van nature aanwezig (duinen, schoorwal).
Het lage land van Ned. is omgeven door wallen tegen overstroming door de zee en de rivieren. Het volksbestaan hangt van de instandhouding van de w. af. de enorme overstromingen in de 13e, 14e en 15e eeuw waarbij b.v. de Hollandse Waard door de zee werd verzwolgen, leggen hiervan een sprekende getuigenis af.
Grote gebieden (160.000 ha) werden overstroomd bij de ramp van 31 Jan.-l Febr. 1953 door het overlopen en bezwijken van een groot deel van de w. in het Z.W. van Ned. ten gevolge van een zeer uitzonderlijke weersgesteldheid gevoegd bij een bijzondere hydrografische gesteldheid.
De in vroeger tijden betrekkelijk lage en eenvoudige w. zijn allengs verhoogd en versterkt. De relatieve stijging van de zeespiegel en de zeer hoge eisen i.v.rn. de intensieve bewoning van het lage land nopen tot voortdurende waakzaamheid.
De zorg voor de w. berust, onder toezicht van de provinciale besturen en onder oppertoezicht van de Kroon, bij de waterschappen. Gestreefd wordt, en in vele delen van Ned. is dit reeds gerealiseerd, naar de vorming van grote waterschappen voor het beheer van de tv. In het Z.W. van Ned. zijn de eilanden de aangewezen eenheden voor het dijksbeheer. Voorheen waren talloze waterschappen belast met de zorg voor gedeelten van de w. De zwakst onderhouden schakel was dan van doorslaggevende betekenis voor de veiligheid van alle aangrenzende gebieden. Grote beheerseenheden hebben voor, dat zij een ruimere financiële armslag hebben en zich beter van technisch personeel kunnen voorzien, terwijl de bestuursleden uit een grotere kring kunnen worden gekozen.