Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Vorst

betekenis & definitie

Wanneer de temp. van de lucht onder het vriespunt daalt, spreekt men van v. Een vorstdag is een dag, waarop de temp. in de thermometerhut (dit is op 220 cm boven de grond) onder het vriespunt komt, d.w.z. dat de minimumtemp. van die dag beneden het vriespunt moet liggen.

In De Bilt gebeurde dit in het tijdvak 1901-1940 gemiddeld 74 maal per jaar, in 1929 gebeurde dit 98 maal, terwijl het aantal vorstdagen in 1934 niet hoger dan tot 39 opliep. Het aantal dagen, waarop het de hele dag vriest, dus waarop de maximumtemp. onder het vriespunt is gelegen (de z.g. ijsdagen) bedraagtin De Bilt over hetzelfde tijdvak gemiddeld 9 per jaar. Het bewoog zich tussen O in 1930 en 42 in 1940. Het aantal vorstdagen is gemiddeld het grootst in de maanden Jan. en Febr., wanneer het 15 bedraagt; Dec. telt gemiddeld 14 vorstdagen. Wat de ijsdagen betreft is de situatie enigszins anders: Jan. heeft dan het grootste aantal (4), op de voet gevolgd door Dec. met gemiddeld 3 en Febr. met gemiddeld 2.

< >