noemt men in de houtmeetkunde het product van de boomhoogte en het vormgetal. Daar het onechte (borsthoogte-) vormgetal bij toenemende leeftijd daalt en de boomhoogte stijgt, zal bij niet te lange perioden de v. weinig verandering ondergaan.
Hierdoor zal voor korte perioden de massa-aanwas van een boom of opstand benaderend gelijk zijn aan de grondvlakaanwas, die eenvoudig te meten is.