(bosb.)
(1) Oudere exemplaren van de hoofdhoutsoort, die vooral in natuurlijke verjongingen reeds vóór de eigenlijke verjonging uit een vroegere zaadval zijn voortgekomen en in de verjonging zijn aangehouden.
(2) Evenoude, doch sneller en forser gegroeide exemplaren in een aanplant, z.g. protsen.