Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Zimbabwe

betekenis & definitie

officiële naam Republic of Zimbabwe

oppervlakte 390 580 km2

inwoners 7 360 000

hoofdstad Harare (Salisbury)

staatsvorm republiek

staatshoofd Canaan Sodindo Banana

reg. leider Robert Mugabe

officiële taal Engels

religies etnische godsdiensten, protestanten, Afrikaanse onafhankelijke

Kerken, rooms-katholieken

munteenheid Zimbabwaanse dollar

BNP/hoofd US$ 630

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECA, Brits

Gemenebest, O AU, GATT, IMF, Wereldbank

Landschap en klimaat

Zimbabwe ligt in Zuidelijk Afrika en grenst van het noorden uit resp. aan Zambia, Mozambique, Zuid-Afrika en Botswana. Het land bestaat uit oude hoogvlakten (tussen 1000 en 1500 m), die tussen de belangrijke rivieren de Zambezi (ca. 2660 km; grootste rivier van Zuidelijk Afrika) in het noorden en de Limpopo (ca. 1600 km) in het zuiden liggen. Naar hoogte wordt Zimbabwe gewoonlijk in drieën verdeeld. De centrale hoogvlakte heeft een gemiddelde hoogte van 1200 m en staat bekend als het Hoge Veld (ook wel aangeduid als Great Dyke). Het is een tamelijk vlak savannelandschap met wat geïsoleerd liggende heuvels en vruchtbare bodems. Het Midden Veld, het deel dat ligt tussen 915 en 1220 m, strekt zich aan weerskanten van het Hoge Veld uit en beslaat ca. 40% van de totale oppervlakte. Het land dat lager dan 915 m boven de zeespiegel ligt, wordt Lage Veld genoemd en heeft uitgestrekte grassteppen. In het uiterste oosten van het land bevinden zich de Inyangabergen, met als hoogste top de 2593 m hoge Inyangani. Het land ligt geheel in de tropische luchtstreek. De neerslag is gemiddeld 750 mm. Gemiddelde temperatuur in het Hoge Veld is 13-22°C, in het Lage Veld 20-30°C.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat voor 95% uit Bantoetalige negervolken, waarvan de Mashona (Shona) en de Matabele (Ndebele) de grootste zijn, verder voor 4% uit Europeanen en voor 1% uit Aziaten en kleurlingen. Van de blanke bevolking woont 68,5% in steden, van de Afrikaanse bevolking slechts 13,5%; van de hele bevolking 20%.

Tot de onafhankelijkheid kende het onderwijs een strikte scheiding in onderwijs voor zwarte en blanke kinderen, sindsdien is deze opgeheven. Er bestaat leerplicht voor kinderen in de leeftijd van 7 tot 15 jaar. Het onderwijs omvat een basisschool (7 jaar, inclusief kleuterschool), middelbare school (6 jaar) en hoger onderwijs (er is één universiteit). Er zijn zowel staatsonderwijsinstellingen als particuliere scholen (zoals van missie en zending). Het aantal kinderen dat kan lezen en schrijven neemt sterk toe, in tegenstelling tot de volwassenen, van wie nog zo'n 75% analfabeet zijn. Op het gebied van de gezondheidszorg neemt Zimbabwe temidden van andere Afrikaanse landen een vooraanstaande plaats in. De hoge zuigelingensterfte en diverse tropische ziekten werden met succes bestreden, waartoe zeker heeft bijgedragen de meldingsplicht van het voorkomen van diverse soorten (besmettelijke) ziekten. Ondanks röntgenonderzoek en vaccinatie op grote schaal komt o.a. tuberculose nog voor.

Economische gegevens

De agrarische sector valt uiteen in een modern en efficiënt werkend deel dat vnl. in handen is van de blanke minderheid (tabak, graan en thee), terwijl de zwarte plattelandsbevolking voor het overgrote deel werkzaam is in de weinig geavanceerde en hoofdzakelijk zelfvoorzienende landbouw. De veeteelt betreft varkens, schapen, geiten en pluimvee, maar vooral runderen. De talrijke oorlogshandelingen hebben het runderbestand echter drastisch verminderd, waardoor ook de export van rundvlees aanzienlijk is teruggelopen.

Met de lichte savannebossen meegerekend, is ca. 60% van 's lands oppervlakte bebost. Bosbouw is vanouds van belang; om het bosbestand op peil te houden wordt jaarlijks een groot areaal opnieuw aangeplant. Zimbabwe behoort tot de sterkste geïndustrialiseerde landen van Afrika: het beschikt over een moderne mijnbouwsectoren heeft de laatste jaren een aanmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt. Belangrijkste industrieën zijn de metaal, voedingsmiddelen, tabak, leer, textiel, meubels, elektronische apparatuur. Het land is rijk aan bodemschatten: vooral in het gebied van het Grote Veld worden mijnbouwactiviteiten ontplooid. Genoemd moeten worden chroomerts (5e plaats in wereldproduktie), asbest, goud, uraan, koper, lithium, tin, kobalt en steenkool. De energievoorziening wordt voor ca. 80% gedekt door de waterkrachtcentrale in het Kariba Meer, met een lengte van 225 km en een breedte van 19 km het grootste kunstmatige meer ter wereld. Het wegennet heeft een lengte van 85.237 km, het spoorwegnet van 3470 km. Er is een internationale luchthaven bij Harare; Air Zimbabwe Corp. is een staatsbedrijf.

Geschiedenis

De eerste bewoners waren aan de Bosjesmannen van zuidelijk Afrika verwante groepen. Inde 10e eeuw trokken Bantoetalige negervolken het gebied binnen en vormden machtige inheemse rijken. Begin 16e eeuw kwamen de Portugezen de binnenlanden verkennen en wisten hun invloed steeds verder uit te breiden. Koning Lobengula van de Matabele gaf in 1888 de British South Africa Company het recht naar delfstoffen te zoeken. Onder Cecil Rhodes had deze maatschappij rond 1897 alle stammen onderworpen en werd het gebied bestuurd onder de naam Rhodesië. Na een aantal gebiedsuitbreidingen werd het gesplitst in resp. Noord- en Zuid-Rhodesië. In 1923 kreeg het beperkt zelfbestuur, waartegen door het uitblijven van elk (stem)recht van Afrikaanse zijde steeds meer verzet kwam. In 1953 gingen Noord- en Zuid-Rhodesia samen met Nyasaland op in de Central African Federation, uiteengevallen in 1963. Dat jaar werd Noord-Rhodesia onafhankelijk als Zambia en in 1964 Nyasaland als Malawi.

Op 11-11-1965 riep premier lan Smith eenzijdig de onafhankelijkheid van Zuid-Rhodesia uit. Na een jarenlange guerrillastrijd droeg het blanke minderheidsbewind de macht over aan het koloniale moederland, dat verkiezingen organiseerde. Na afloop van de verkiezingen in april 1980 werd het land onafhankelijk onder de naam Zimbabwe. Zoals in meer Afrikaanse landen kort na de onafhankelijkheid vormden o.a. het opheffen van stammentegenstellingen en de integratie van de guerrillalegers grote problemen. Zo kwam het in 1981 nog tot hevige gevechten tussen de guerrillalegers van resp. ZANU-PF van Robert Mugabe en de Patriottic Front Party van Joshua Nkomo.