(Sp.: Corri'da). Van de vele gevechten met dieren uit vroeger tijd is in Europa bijna alleen nog het stieregevecht overgebleven.
Het wordt in Spanje, Portugal, Zuid-Frankrijk en in de landen van Latijns-Amerika als volksvermaak opgevoerd. Voor een grote menigte toeschouwers wordt een stier (toro) in een arena gedreven, waar hij door enkele strijders te voet (peones) zwaaiend met een doek wordt opgehitst. Niet de kleur van de doek (lila of rood) prikkelt het beest, maar de zwaaiende beweging. Vervolgens wordt het dier door lansdragers te paard (picadores) met lanssteken afgezwakt en daarna tot uiterste woede gebracht, doordat er tot driemaal toe twee versierde stokjes met weerhaken (banderilla’s) in de rug worden gestoken. Tenslotte is het de „torero” die met een goed gerichte stoot van zijn degen de stier tussen de schouders treft en doodt. Het stieregevecht is bij het volk zeer geliefd. Door anderen wordt het echter veroordeeld als een ergerlijke vorm van dierenkwelling.