astronomisch meetinstrument met een cirkelsector van 60 graden, waarmee het mogelijk is hoeken tot maximaal 120 graden te meten. Het hemellichaam waar men van uitgaat, wordt via twee spiegels door een kijker opgevangen.
De juiste positie die de draaibare spiegel hiervoor moet aannemen, wordt op de gradenboog afgelezen. Bij de marine meten de navigatieofficieren (bij de koopvaardij de stuurlieden) met de sextant de hoogte van de zon, de sterren of de planeten boven de horizon, om hiermee de plaats van het schip op zee te berekenen.