1. het gewricht tussen boven- en onderbeen. De buiging van het gewricht is groot, de strekking slechts tot boven- en onderbeen een rechte lijn vormen.
Een overstrekking wordt verhinderd door sterke kruisbanden binnen in het gewricht. Voor het gewricht ligt de knieschijf, ingebed in de strekpees van de grote dijbeenspier; 2. ook gebogen buizen e.d. worden een knie genoemd, kniebrug, houding waar men bij het grondworstelen van uitgaat.