1. In de spraakkunst is inversie omzetting van de gewone woordorde (onderwerp, persoonsvorm, andere delen van de zin), zodat het onderwerp achter de persoonsvorm komt te staan, b.v. gisteren heb ik hem ontmoet;
2. in de weerkunde: gemiddeld neemt de luchttemperatuur met de hoogte geleidelijk af. Soms echter neemt in bepaalde lagen van de dampkring de temperatuur met de hoogte toe: een inversie. Deze kan grote invloed op de weervorming hebben. Zo vormen zich bij inversie in winterse hogedrukgebieden vaak uitgestrekte lagen van wolkenvelden. In de zomer verhinderen inversies vaak het in de hoogte uitgroeien van stapelwolken. Zij werken dan als een versperringslaag. Tijdens heldere, rustige winternachten ontstaat door uitstraling vlak boven de grond de zogenaamde bodem inversie, waaronder strenge vorst kan optreden;
3. in de scheikunde: de omzetting van rietsuiker (saccharose) in een mengsel
van druivesuiker (glucose) en vruchtesuiker (fructose), dat men invertsuiker noemt. Deze reactie heet zo, omdat daarbij de richting waarin het polarisatievlak draait, van rechts naar links omkeert (inverteren = omkeren).