de officiële liturgische muziek bij plechtigheden in de R.-K. Kerk, genoemd naar de H.
Gregorius de Grote (paus van 590-604). Deze verzamelde de bestaande kerkmuziek en bepaalde welke gezangen en koralen bij de rooms-katholieke eredienst mochten worden gebruikt. In de oosterse ritus kent men een andere kerkmuziek. Het Gregoriaans heeft geen strikte maat en heeft een eigen notenschrift; het munt uit door eenvoud en prachtige melodieën.