(1471-1528), zoon van een goudsmid uit Neurenberg; reisde veel in Zuid-Duitsland,
Zwitserland, Italië en in de Zuidelijke Nederlanden (1521, waarover hij een dagboek bijhield). In Italië werd Dürer sterk door de Renaissance aangegrepen en beïnvloed, terwijl hij evenzeer de invloed van de Nederlandse schilderkunst onderging. Bekende werken zijn: zelfportretten, figuurstukken („De vier apostelen”, zie dl. I, afb. 47) en religieuze stukken („Aanbidding der wijzen”). Bekend ook om zijn vele kopergravures (o.a. „Ridder, Dood en Duivel”) en om zijn houtsneden (o.a. de Grote en de Kleine Passie). Hij schreef boeken over kunstgeschiedenis.