XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Hall, Gijsbert van

betekenis & definitie

Hall, Gijsbert van - Gijsbert van Hall (1904-1984), burgemeester van A. van 1956 tot 1967, als opvolger van mr Arnold d'Ailly*. Amsterdammer van geboorte doorliep hij de gymnasiumafdeling van het Amsterdams Lyceum*, ging in 1923 rechten studeren in Leiden en kreeg na het behalen van de meestertitel in 1928 een baan aangeboden bij een bankierskantoor in Wall Street. Hij trouwde met Emma Nijhoff en woonde drie jaar in New York. In 1931 keerde mr Van Hall naar Nederland terug, waar hij directeur werd van Amsterdamsch Trustees Kantoor N.V. en van de Nederlandsche Trust Maatschappij. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij, evenals zijn broer Walraven, een van de topfiguren in het verzet en oprichter van het Nationaal Steunfonds, de financier van het verzet.

Zijn broer werd in de oorlog in Haarlem gefusilleerd. Van Hall werd in 1948 directeur van het A'damse bankiershuis Labouchère & Co., een functie die hij tot zijn benoeming als burgemeester heeft vervuld. Als burgemeester drukte hij tegen de wil van Rijkswaterstaat de IJ-tunnel* door, liet hij de havenmond van IJmuiden verbreden voor de nieuwe bulkcarriers en wist hij de Bijlmermeer* te annexeren. Van Hall werd in jan. 1966 tevens benoemd tot ambtenaar van de burgerlijke stand, zodat hij in staat was op 10 mrt. van dat jaar het huwelijk te sluiten tussen prinses Beatrix en prins Claus. Van Hall ontving tal van onderscheidingen, o.a. de King's Medal for Courage in the Cause of Freedom. In zijn tijd begonnen de straatrellen, uitgelokt door de provobeweging*, die hun hoogtepunt bereikten op 10 mrt. 1966, gevolgd door de bestorming van het Telegraafgebouw op 14 juni. Nadat hoofdcommissaris Van der Molen was ontslagen, was ook de positie van Van Hall ondermijnd. In mei 1967 werd hem eervol ontslag verleend; als een ontgoochelde, verbitterde man verliet hij het Prinsenhof*.

LIT. Mr G. van Hall, Ervaringen van een Amsterdammer, 1976; Peter-Paul de Baar, Revolvers en pannetjes aan het Prinsenhof, O.A. 1990, 8; id., 10 mrt. 1966: het politiedraaiboek, O.A. 1991, 64; Paul Arnoldussen en Annemarie de Wildt (red.), Stadsgezichten; honderd grote Amsterdammers uit de twintigste eeuw, 1999.