XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Eglantier

betekenis & definitie

Eglantier, bekende rederijkerskamer in A., ontstaan aan het eind van de 16de eeuw. Deze rederijkerskamers ontstonden in Noord-Frankrijk en werden in de 15de eeuw in het huidige België erg populair. Toen deze Belgen, vooral Vlamingen, aan het eind van de 16de eeuw, vanwege hun geloof, moesten vluchten, namen zij deze liefhebberij naar A. mee. Het was een vorm van beschaafd amusement. Het woord rederijker duidt op iemand die rijk aan rede (retoriek) is, en daar hield men zich in clubverband ook mee bezig: het uitdragen op z.g. landjuwelen (bij plechtigheden of volksfeesten) van welsprekendheid in de vorm van gedichten en toneelstukken.

Iedere rederijkerskamer had zijn eigen blazoen (devies) en dat van de Eglantier was: "In liefde bloeyende". Tot de Eglantier behoorden o.a. P.C. Hooft* en Gerbrand Bredero*. Hun "clublokaal" bevond zich op een bovenverdieping van de Grote Vleeshal* in de Nes.