Bakkerijen - Tot Samuel Sarphati* in 1856 zijn Maatschappij voor Meel- en broodfabrieken* oprichtte, werd brood als belangrijkste volksvoedsel geleverd door "de bakker op de hoek". In 1742 waren er in A. volgens de Personele Quotisatie* 472 bakkerijen. Al in de 15de eeuw waren er voorschriften (keuren) voor het bakken van brood, die betrekking hadden op de soorten brood, het gewicht en de prijsstelling.
Daarnaast waren er gildenbepalingen voor deze beroepsgroep en brandvoorschriften (bijvoorbeeld hoe de oven geplaatst moest zijn om brand te voorkomen). Van hygiënische maatregelen zoals "dat deeg met de hand en niet met de voet gekneed diende te worden", was in die keuren niets te lezen. Het waren juist de slechte hygiëne en de kwaliteit van het brood van de "bakkers op de hoek" en de slechte arbeidsomstandigheden, die de overgang naar de mechanische broodfabricage in de tweede helft van de 19de eeuw tot een succes maakten.
LIT. H.W. Alings, De bakker op de hoek. O.A. 1953, 82 en 1954, 5.
