X-Y-Z der Muziek

Casper Höweler (1939)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Sonate

betekenis & definitie

een stuk voor een of meer instrumenten, dat uit verschillende deelen bestaat. In de zeventiende eeuw had men twee soorten van sonate, beide voor een groepje instrumenten: de Sonata da camera (kamersonate) in den vorm van een Suite en de Sonata da chiésa (ch = k, kerksonate), samengesteld uit: Grave, Allegro, Andante, Allegro.

Een geliefde combinatie was: twee violen en continuo (Trio sonate). In dezelfde eeuw ontstond ook de vioolsonate met begeleiding van continuo. Bach schreef zelfs sonaten voor soloviool en voor cello alleen.In de tweede helft van de achttiende eeuw (Haydn, Mozart) begon de bloeitijd van de sonate voor klavier alleen, die in de negentiende eeuw door Beethoven haar hoogtepunt zou bereiken. Het standaard-type van deze sonate was: een meer of minder snel deel in sonate-vorm, een langzaam deel, Andante of Adagio; een Menuet of een Scherzo; een finale, vaak een Rondo, soms ook in andere vormen. Beethoven maakte de klavierbegeleidingen van vioolsonate en cellosonate zoo belangrijk, dat men van duosonate kan spreken.

< >