het Liberale Joodse Kerkgenootschap is in het begin van de jaren dertig ontstaan uit een vereniging (Verbond) van leden van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, die binnen dat kerkgenootschap de gelegenheid wilden krijgen hun joods religieus leven in te richten volgens de regels en gebruiken van het Progressieve Jodendom. Zij hadden daarbij de structuur van de duitse ’Einheitsgemeinde’ voor ogen.
In Duitsland was het in de grotere joodse gemeenschappen gebruikelijk dat er in één organisatorisch verband orthodoxe en liberale groepen functioneerden, met eigen ’sjoelen’ (synagogen), rabbijnen, godsdienstscholen e.d.In kleine plaatsen werd de ’richting’ van de plaatstelijke ’kehilla’ (gemeente) bepaald naar de meerderheid van de leden.
Het spreekt vanzelf dat hiervoor van beide zijden veel tolerantie nodig was en er veel compromissen gesloten moesten worden. De poging om iets dergelijks in Nederland (in feite in Amsterdam en Den Haag) tot stand te brengen mislukte. De liberalen kregen geen voet aan de grond.
Toen werd besloten eigen gemeenten te stichten onder auspiciën van het verbond, die de status van ’kerkgenootschap’ verwierven.
Tot 1943 functioneerden in dit kader twee liberaal-joodse gemeenten, in Amsterdam en in Den Haag.
Na 1945 werd de oude draad weer opgenomen. De Liberaal-joodse Gemeente (LJG) Amsterdam functioneert sedert de bevrijding. In 1958 begon de LJG Den Haag weer. Daarna werden nog vijf liberaal-joodse gemeenten opgericht: Arnhem, Rotterdam, Twente en Breda.
De LJG Breda is thans LJG Brabant, de gemeente in Venlo verdween weer. De zes liberaal-joodse gemeenten vormen samen het Verbond van Liberaal Religieuze Joden in Nederland, dat zoals vermeld een kerkgenootschap is.
Het verbond wordt bestuurd door een bestuur dat ter onderscheiding van de besturen der gemeenten de naam ’hoofdbestuur’ draagt. De leden van dit hoofdbestuur worden benoemd door de liberaal-joodse gemeenten, naar rato van het aantal leden van die gemeenten, zoals vastgesteld in de statuten.
De ’aangesloten’ gemeenten genieten een zeer grote mate van autonomie, zowel in religieuze als in administratieve aangelegenheden.
Elke liberaal-joodse gemeente heeft in haar statuten een soort beginselverklaring. De beginselen zijn die van de ’World Union for Progressive Judais,’. Dat waarborgt de noodzakelijke eenheid. Het verbond c.q. het verbondsbestuur heeft een aantal vastgelegde taken; de voornaamste hiervan is de vertegenwoordiging van het Nederlandse Liberale Jodendom naar ’buiten’, in de Nederlandse Joodse Wereld, in de totale nederlandse maatschappij en in de World Union for Progressive Judaism, waarin vrijwel alle liberaal-joodse organisaties in de wereld vertegenwoordigd zijn, met als grootste de Noordamerikaanse Reformbeweging.