Neleus (Νελευς), griekse eigennaam.
1. Neleus, legendarische zoon van de god Posεidon en de elische prinses Tyro, tweelingbroer van Pelias. Te vondeling gelegd, werden beide kinderen gevonden door een merrie, die hen grootbracht. Toen zij opgroeiden, herkenden zij hun moeder Tyro, die door haar stiefmoeder Sidero mishandeld werd. Sidero werd door Pelias in een tempel van Hera gedood. Na een strijd om de macht met Pelias werd Neleus verdreven; hij maakte zich meester van Messenië en zou → Pylus gesticht hebben. Hij huwde Chloris, die hem twaalf zonen schonk, onder wie → Nestor. Heracles doodde ze allen, behalve de toevallig afwezige Nestor, toen hij Pylus aanviel omdat Neleus weigerde hem te reinigen van de bloedschuld wegens het doden van Eurytus’ zoon Iphitus (zie Heracles III). Volgens sommige versies werd ook Neleus door Heracles gedood, volgens andere stierf hij in Corinthe aan een ziekte.
Lit. M. van der Kolf (PRE 16, 2269-2280). P. Weizsäcker (Roscher 3,104-113). [Versnel]
2. Neleus van Scepsis in de Troas (ca. 340-260), leerling van Aristoteles en Theophrastus. Laatstgenoemde benoemde Neleus tot erfgenaam van zijn en Aristoteles’ boeken. Toen de peripatetici evenwel Strato van Lampsacus en niet Neleus tot hoofd van hun school kozen, keerde Neleus terug naar Scepsis en nam de boeken mee. Volgens Athenaeus verkocht hij deze aan koning Ptolemaeus II van Egypte, volgens Strabo verborgen Neleus’ nakomelingen ze in een kelder, totdat ze ca. 90 vC door de bibliofiel Apellicon van Teos werden aangekocht. [Nuchelmans]