Woordenboek der oudheid

Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)

Gepubliceerd op 21-02-2025

EPHORUS

betekenis & definitie

Ephorus (Εφορος) griekse schrijver (ca. 400-330 vC).

Betrouwbare biografische gegevens ontbreken bijna volledig; ook de antieke traditie die hem, evenals Theopompus, als een leerling van Isocrates beschouwde, is niet bewijsbaar, hoewel waarschijnlijk. Van zijn werk zijn slechts fragmenten bewaard. We kennen vier geschriften: Περι λεξεως (een traktaat over de stijl), Περι ευρηματων (over allerlei uitvindingen), Επιχωριος (sc. λογος; een geschiedenis van zijn geboortestad Cyme in Klein-Azië, en het belangrijkste, ‘Ιστοριαι (titel onzeker) in dertig boeken, vooral bekend door fragmenten bij Diodorus Siculus, die voor zijn boeken 11 tot 16 een ruim gebruik maakte van Ephorus’ werk, en bij Strabo. Ephorus behandelde de griekse geschiedenis vanaf de verovering van de Peloponnesus door de Doriërs (de z.g. terugkeer der Heracliden) tot in zijn eigen tijd (eindpunt: de belegering van Perinthus door Philippus van Macedonië in 341 vC). Hoewel literair niet hoog aangeschreven wegens de matte stijl, vertoont zijn werk vanuit historiografisch oogpunt verscheidene interessante aspecten. Naar het getuigenis van Polybius (5,33) was Ephorus de eerste die een ’universele’ geschiedenis had geschreven; in feite nam Ephorus t.o.v. het wereldgebeuren een uitgesproken grieks standpunt in en moet zijn werk veeleer beschouwd worden als een geschiedenis van het griekse volk in het moederland en in de kolonies; daarenboven bezat Ephorus geen breed inzicht in de samenhang van de wereldpolitiek. Bij de schikking van zijn materiaal ging hij niet annalistisch te werk, maar groepeerde de feiten κατά γενος (Diodorus Siculus 5, 1,4), wat waarschijnlijk wijst op een indeling naar geografische gebieden. Men treft bij Ephorus belangrijke historisch-kritische principes aan: hij beklemtoont de grote betekenis van de autopsie (fragment 110) en sluit principieel de ’mythische’ periode van zijn werk uit om vooral aandacht te besteden aan het eigentijdse gebeuren. Door zijn moraliserende bedoeling is Ephorus een typische vertegenwoordiger van de vierde-eeuwse geschiedschrijving, die sterk de invloed onderging van de toenmalige ethiek en retoriek. Ephorus moet in dit opzicht beschouwd worden als een geestverwant van Isocrates, die o.m. het verband releveerde tussen het zedelijk gedrag van de volken en hun op- en neergang in de geschiedenis (bv. Areopagiticus 5-8).

Lit. Fragmenten bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker 2A en 2C (Berlin 1926 = Leiden 1961-1963) no. 70. De fragmenten uit Περι λεξεως ook bij L. Radermacher, Artium scriptores. Reste der voraristotelischen Rhetorik (Wien 1951) 195-197. - E. Schwartz (PRE 6, 1-16 = Griechische Geschichtsschreiber, Leipzig 1957, 3-26). A. Momigliano, La storia di Eforo e le Elleniche di Teopompo (Rivista di Filologia e di Istruzione Classica 63, 1935, 180-204). G. L. Barber, The Historian E. (Cambridge 1935). R. Drews, E. and History written κατά γενος (Am. Joum. of Philology 84, 1963, 244-255). [Verdin]

< >