Aristobulus (Αριστοβουλος), griekse eigennaam:
1. Aristobulus, een van de z.g. Alexander-historici (zie Alexander de Grote, (I) Bronnen). Op hoge leeftijd schreef hij een, verloren gegane, geschiedenis van Alexanders grote veldtocht door Azië, waaraan hij deelgenomen had. Zijn belangstelling gold vooral aardrijkskundige en natuurkundige onderwerpen. Zijn relaas schijnt, hoewel het veel anecdoten bevatte, uitgemunt te hebben door eenvoud en kritische zin ten aanzien van de wonderverhalen die reeds in zijn tijd de levensgeschiedenis van de grote held begonnen te overwoekeren. Het werk van Aristobulus, waarvan de titel niet bekend is, werd benut door → Arrianus in zijn Anabasis en Indica, Strabo in het 15e boek van zijn geografie en Diodorus in het 17e boek van zijn Bibliotheca.
Lit. Fragmenten en testimonia bij F. Jacoby, Die Fragmente der griechischen Historiker 2 B (Berlin 1927) nr. 139. - E. Schwartz (PRE 2, 911-918). - F. Wenger, Die Alexandergeschichte des Aristobul von Kassandrea (1914). [Nuchelmans]
2. Aristobulus, aanzienlijke jood van hogepriesterlijke stam te Alexandrië (ca. 160 vC), die leraar van Ptolemaeus genoemd wordt (2M 1,10) en volgens de traditie dezelfde is als de thorageleerde, de voorloper van Philo.
Lit. Schürer 3, 511-522.
3. Judas Aristobulus I, de zoon van Hyrkanus, die als eerste der hasmoneeën de koningstitel droeg (104-103).
Lit. Schürer 1, 267-276.
4. Aristobulus II, de zoon van Alexander Jannaeus, die met zijn broer Hyrkanus streed om het koningschap en hogepriesterschap (67-63). Hij werd door de pompejaanse partij vergiftigd.
Lit. Schürer 1, 291-301.
5. Aristobulus, een zoon van Herodes de Grote, die met zijn broer Alexander in 7 vC om het leven werd gebracht.
Lit. Schürer 1, 407-411. [Beek]
6. Aristobulus, Romein wiens huisgenoten door Paulus gegroet worden (Rom 16,10), misschien een joodse prins. Als zodanig komen in aanmerking a. Aristobulus, de broer van Herodes Agrippa I, die tussen 45 en 48 waarschijnlijk te Rome stierf, b. Aristobulus, zijn neef, zoon van Herodes van Chalcis, die in 54 door Nero tot heerser van Klein-Armenië benoemd werd, en (c) Aristobulus, zoon van a.. [v. d. Bom]