Gepubliceerd op 30-10-2017

zwegel

betekenis & definitie

zwegel - Zelfstandignaamwoord
1. (muziekinstrument), (middeleeuwen) een (riet-)fluit
2. (muziekinstrument), (verouderd) een eenhandsfluit met drie vingergaten; meestal speelt de muzikant daarop tegelijk met nog een ander instrument, meestal een kleine trom
3. (muziekinstrument) een oud orgelregister

Woordherkomst
Van het Oudhoogduitse “swegala”

Synoniemen
[2] galoubet, taborfluit

Verwante begrippen
[1] blokfluit, eenhandsfluit, flageolet, horlepiep