Gepubliceerd op 30-10-2017

zwadder

betekenis & definitie

zwadder - Zelfstandignaamwoord
1. spog van een slang, gespuwd gif
2. slijm van een aal
3. venijnige laster

zwadder - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwadderen
♢ Ik zwadder
2. gebiedende wijs van zwadderen
zwadder!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwadderen
zwadder je?