Gepubliceerd op 30-10-2017

zink

betekenis & definitie

zink - Zelfstandignaamwoord
1. (scheikunde), (element) een scheikundig element met symbool Zn en atoomnummer 30. Het is een blauw/wit overgangsmetaal

zink - Zelfstandignaamwoord
1. (muziekinstrument) een meestal krom uitgevoerd koperblaasinstrument met vingergaten zoals bij een blokfluit
2. (muziekinstrument) een orgelregister

zink - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zinken
♢ Ik zink
2. gebiedende wijs van zinken
zink!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zinken
zink je?

Woordherkomst
[A] In de Westerse Wereld wordt de ontdekking van zink veelal toegeschreven aan de Duitser Andreas Marggraf in het jaar 1746. Hij gaf het metaal de huidige naam 'zink'.
Van “sinke” (1351-1400)

Synoniemen
cornetto

Verwante begrippen
blokfluit, kornet, kromhoorn, schalmei, trompet