Gepubliceerd op 30-10-2017

zessen

betekenis & definitie

zessen - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zes
Hij had twee zessen, drie achten en een negen op zijn rapport.

zessen - Zelfstandignaamwoord
1. datief van zes (bij tijdsaanduidingen)
Het was even voor zessen.

Uitdrukkingen en gezegden
♦ van zessen klaar zijn
snel en goed op verschillende omstandigheden kunnen reageren
♦ Zijn waren met zijn zessen.
Zij waren zes in getal.