Gepubliceerd op 31-10-2017

zeeg

betekenis & definitie

zeeg - Zelfstandignaamwoord
1. bolling van een oppervlak of lijn
2. geit

zeeg - Bijvoeglijk naamwoord
1. (valkerij) aan mensen en de omstandigheden van de jacht gewend zijn van een vogel
De eerste fase van de training is het zeeg maken van de vogel.

zeeg - Werkwoord
1. enkelvoud verleden tijd van zijgen
♢Ik zeeg
♢Jij zeeg
♢Hij, zij, het zeeg